Commissie toelating
Wat is het bijzonder wanneer er mannen door de Heere geroepen worden om te dienen in Zijn Kerk. Daar gaat meestal wel het één en ander aan vooraf. Soms moet er een andere studie afgebroken worden om theologie te kunnen gaan studeren. Soms wordt de studie aan het HHS opgepakt naast een werkkring, met als gevolg dat het gezin menig offer moet opbrengen.
Na enkele jaren breekt in de gang van de studie het moment aan dat men mag gaan preken. Er is echter een preekconsent nodig. Daarvoor dient de student zich aan te melden bij de Commissie Toelating. Een preek moet ingezonden worden. Vervolgens vindt een gesprek plaats met de student. Niet alleen over zijn preek, maar ook over zijn staan in de kerk, zijn besef waar het om gaat, als hij de preekstoel zou gaan beklimmen. In het gesprek krijgen de leden van deze Commissie een indruk van de persoon, zijn staan in de kerk, zijn theologisch denken, zijn persoonlijke omgang met de Heere.
Na beraad door de Commissie krijgt hij al dan niet het begeerde preekconsent; de deur naar de preekstoel gaat open of blijft dicht. Als het preekconsent niet wordt verleend, kan de student nog een keer een aanvraag doen na een periode van bezinning en verootmoediging voor het aangezicht van de Heere.
Na het afronden van de studie en het behalen van het kerkelijk examen komt de student opnieuw bij de Commissie; nu verlangt hij de toegang tot het ambt om beroepbaar gesteld te kunnen worden.
Het gesprek gaat weer over zijn interesses, zijn staan in de kerk, zijn theologisch denken, zijn visie op het ambt en op de gemeente, maar deze aandachtspunten komen nu uitdrukkelijker aan de orde. Opnieuw heeft ook de bespreking van een preek een plaats in dit geheel. Daarna is er het beraad door de leden van de Commissie en volgt de beslissing.
Is het nu nodig om deze Commissie te hebben? Als een student een bepaald punt van zijn studie bereikt heeft, is hij er toch aan toe om te gaan preken? Als hij zijn studie afgerond heeft en met de liefde van zijn hart de Heere van de kerk en een gemeente wil gaan dienen, is dat toch in orde?
Het is goed om te beseffen, dat de Commissie Toelating niet een deel van de opleiding is. Zij is een ambtelijke commissie, die verantwoording verschuldigd is aan de synode. Wat hier gebeurt, is ambtelijk werk.
Zij is, om zo te zeggen, de deur naar de kerk en de gemeentes. Zoals een dienaar van Jezus Christus een wachter op Sions muren behoort te zijn met het oog op de gemeente, die hij dienen mag, zo is deze Commissie dit voor het geheel van de Hersteld Hervormde Kerk. Is de Commissie ervan overtuigd, dat deze student of kandidaat de Heere en Zijn kerk moet gaan dienen? Is hij in staat om de boodschap zo te verwoorden, dat deze overeenkomstig Gods Woord en onze belijdenis is? Zal de boodschap overkomen (vandaar dat vaste onderdeel van de preek in de gesprekken)?
Toetsingsmomenten, die zwaar op de schouders van de leden van de Commissie drukken. Petrus zegt dat bijvoorbeeld: “Weidt de kudde Gods, die onder u is, hebbende opzicht daarover.” Het gaat om de eer van de Koning van de Kerk en om het geestelijk welzijn van de gemeentes.
Hoe gebrekkig dit werk ook verricht wordt, de Commissie staat hiermee allereerst voor het heilig aangezicht van God. De leden van de Commissie hebben Hem te dienen. Dat kan leiden tot een beslissing, die de deur opent naar het ambt, de dienst, de slavendienst in de kerk. Maar het kan ook leiden tot een beslissing, die de deur niet opent. Dat is uiteraard diep ingrijpend voor de betreffende kandidaat. De leden van de Commissie beseffen dat.
De Koning van de Kerk dienen als Commissie Toelating is haar roeping. Het toelaten tot de kansel en tot het ambt is een zware verantwoordelijkheid. Laten we de studenten en deze Commissie regelmatig in onze voorbeden gedenken.