-
" En hetzij dat een lid lijdt,
zo lijden al de leden mede
" 1 Korinthe 12 vers 26
Een simpel mailtje op naam van een diaken kostte een kleine gemeente ruim 2000 euro. Hoe voorkom je dat je als diaconie wordt opgelicht?
Op een zaterdag begin december 2024 ontvangt een diaken een e-mail met een verzoek: of hij die dag nog een rekening wil betalen voor een mevrouw die dringend hulp nodig heeft. De factuur volgt nog.
De ontvanger, penningmeester van de diaconie van een kleine gemeente, is getroffen door de urgentie en betaalt. Als afzender staat duidelijk de naam van zijn medediaken – voorzitter van de diaconie – vermeld. Dat zal dus wel kloppen.
Niet dus, zo blijkt als hij enkele dagen later bij de ambtsbroeder informeert of deze de factuur nog even wil sturen. De man weet van geen factuur. Het is al snel duidelijk: de diaconie is voor ruim 2000 euro opgelicht. Dat is een flinke strop voor de diaconie, en voor gemeenteleden voor wie het geld eigenlijk bestemd is. Intussen verwijt de penningmeester zich zijn argeloosheid. Hoe had hij deze situatie kunnen voorkomen?
Hij had scherper moeten zijn, constateert de penningmeester achteraf. Jawel, de e-mail was écht verzonden op naam van de voorzitter van de diaconie, maar bij nader inzien bleek het e-mailadres niet te kloppen. En hij had zich niet moeten laten leiden door de urgentie. Hij bedenkt zich, vertelt hij telefonisch, bij een volgend verzoek nog wel een keer.
Zo’n verzoek kan zomaar komen. Diaconieën en kerkvoogdijen blijken namelijk regelmatig het doelwit van oplichters. Eind november 2024, grofweg een week voordat de penningmeester 2000 euro overmaakte, berichtte het Reformatorisch Dagblad over een oplichtster die ruim 50 euro van de hervormde gemeente in Elspeet aftroggelt. Daarvoor, in de zomer van 2023, werden gemeenteleden van de Oude Kerk in Voorburg verleid om geld over te maken. Nog weer eerder viel een andere diaconie ten prooi aan een oplichter.
De diaconie van de kleine gemeente geld had niet het enige slachtoffer van de oplichtster (ze blijkt een vrouw te zijn) kunnen zijn. Diezelfde zaterdagmiddag belt ze ook een predikant van een naburige hersteld hervormde gemeente om geld. De predikant vertrouwt het niet, breekt het gesprek af en waarschuwt de diaconie van zijn gemeente.
De diaken doet na ontdekking van de fraude aangifte. Tegelijkertijd probeert hij het geldbedrag via de bank terug te krijgen. Dat is een langdurig traject met een onzekere afloop. Het geld terugstorten kan niet zomaar: dat doet een bank alleen als er sprake is van een fout. Maar de penningmeester heeft het geld zelf overgemaakt, en is dus ook zelf verantwoordelijk.
Wat kunnen diaconieën doen om te voorkomen dat ze door oplichters om de tuin worden geleid?
Deze tips kunnen helpen.
Foto door cottonbro studio