Een artikel over de gemeentestichting in Dimona
Wij zeggen het zo vaak, om elkaar te bemoedigen: ‘De Heere gaat door!’ En dat zijn geen loze woorden, want de Heere gaat door. Er moeten er nog toegebracht worden, Zijn huis is nog niet vol. En dat geldt niet alleen voor ons, maar voor heel de wereld. Want de Heere heeft aan Abraham beloofd: ‘In uw Zaad zullen gezegend worden alle volken van deze wereld’(Gen. 22: 18). De kanttekenaren merken hierbij op dat ‘Niet alleen die uit uw vlees voorkomen, maar ook alle andere volken die in uw Zaad aan de Messias geloven zullen’. Maar ook die uit het vlees van Abraham voortkomen! Zijn volk waar Hij bijzondere bemoeienis mee heeft gehad en heeft. Of heeft Hij Zijn volk verstoten? Ondenkbaar, schrijft Paulus! (Rom. 11: 1) Hij is er zelf het levende bewijs van! Maar zien wij het ook? Dat is nog niet zo eenvoudig. En toch: de Heere gaat door! Ook onder het natuurlijk zaad van Abraham, want Hij kan niet van Zijn volk af. En Hij wil niet van Zijn volk af! En daarom heeft Hij Zijn Zoon gegeven. Maar zij hebben Hem toch verworpen? Ja, en wij dan?
Het wordt ons iedere zondag gepreekt: de verzoening die er ligt in Christus Jezus. Maar horen de kinderen van Abraham ook die boodschap? Hun zijn de woorden Gods toebetrouwd (Rom. 3: 2). En door hun verwerping van de Messias zijn die woorden Gods tot ons gekomen. Als wij daar het wonder van gaan zien, zouden wij hen die woorden dan niet willen teruggeven? Ligt daar niet een dure roeping voor de kerk?
Toen de Commissie Israël zocht naar mogelijkheden om inhoud te geven aan deze roeping, hadden wij een ontmoeting met Albert en Esther Knoester in Dimona. Dimona is een middelgrote stad in de Negev woestijn (zie Joz. 15: 22). Het echtpaar Knoester weet zich geroepen om onder de verloren schapen van het huis Israëls te arbeiden. Zij hadden behoefte aan een ontmoetingsplek, waar zij in alle rust gesprekken kunnen voeren. Toen werd op een wonderlijke wijze een weg geopend en mocht er, met onze ondersteuning, een inloophuis worden geopend. Hier kwam direct weerstand tegen vanuit orthodoxe Joden. Dat was heftig, maar daardoor kreeg het inloophuis veel bekendheid. Iedere dag komen er mensen in het inloophuis met hun vragen en zorgen en vinden er mooie gesprekken plaats en wordt er met hen gesproken over de Christus der Schriften (vgl. Hand. 18: 28). Dit werk is niet ongezegend gebleven.
Door de gesprekken in het inloophuis kwam er behoefte aan onderwijs vanuit het Woord. Daarom is in biddend opzien tot de Heere door het echtpaar Knoester gestart met een huisgemeente. Maar zij beseffen dat zij dat niet alleen kunnen. Bovendien komt er een moment dat zij weer terug naar Nederland moeten en moeten loslaten. Ook de Commissie Israël was bezig om te onderzoeken of er mogelijkheden waren om een Joodse voorganger te ondersteunen. En de Heere is een Hoorder van het gebed! Een jong gezin is vanuit Haifa in Dimona neergestreken. Waarom? Wat is er middenin de woestijn te zoeken? De Heere regeert en Hij zorgt. Igor, een Russische Jood, zijn vrouw Julia met hun zoontje kwamen in aanraking met de Knoesters. En Igor vertelde wat het verlangen van zijn hart was: om te werken in Gods Koninkrijk. Hij had reeds een theologische opleiding gevolgd. De Heere weet wat nodig is.
Igor had zijn werk, maar kreeg ontslag, omdat het bedrijf waarvoor hij werkte failliet ging. Indrukwekkend hoe hij ervaart, en wij met hem ervaren, hoe de Heere alle dingen leidt. Hij is in een Messiasbelijdend gezin opgegroeid. Maar Jezus betekende niets voor hem. Totdat hij ging zien Wie de Heere voor hem was en het hem tot schuld werd. Toen mocht Christus hem geopenbaard worden, waardoor hij vanuit die liefde onder zijn broeders wil werken. Als kerk mogen we de beginnende gemeente in Dimona ondersteunen. Zo mogen wij inhoud geven aan onze roeping. Zo geeft de Heere een geopende deur, waar wij onze krachten aan kunnen geven. En als Hij opent, wie zal dan sluiten (Openb 3: 7)? Draagt u ook mee met en bij aan de jonge gemeente van Dimona?
Zicht op de kerk, februari 2020
Ds. R. van de Kamp, Opheusden