‘Louis Goudsmid 8 jaar, Jozef Goudsmid 6 jaar, Klara Goudsmid 40 jaar.’ Hun namen hoor ik weer over het perron klinken, als ik terugdenk aan de avond van 17 november vorig jaar. Die avond liepen we mee in een stille tocht vanaf het station, over de stadsbrug, naar een prachtige synagoge aan de IJsselkade. Deze synagoge is gebouwd in een tijd toen er in Kampen nog sprake was van een grote Joodse gemeenschap. Vandaag de dag is het gebouw in gebruik als Stedelijk Museum.
Moeder Klara had in 1938 haar man Simon verloren en ze probeerde als weduwe met hard werken de kost te verdienen voor haar gezin. Ze had een Textielzaak in de Gasthuisstraat. Op 17 november 1942 vond echter een razzia plaats en werden de laatste 34 Joodse stadsgenoten met behulp van Nederlandse agenten opgepakt en via Westerbork gedeporteerd naar het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau. Tien dagen later waren ze allemaal vergast. Daarmee was er een definitief einde gekomen aan de Joodse gemeenschap te Kampen en konden ze ook Kampen ‘Judenrein’ verklaren. Wat een verschrikkelijke episode uit onze geschiedenis! Niet te bevatten is het feit dat de vernietiging van Joodse volksgenoten op fabrieksmatige wijze en op zo’n grote schaal kon plaatsvinden. Hoe kon dit gebeuren in een land dat zozeer gestempeld is geweest door het christendom?
Een jaar eerder waren we in Amsterdam. We brachten een bezoek aan het nieuwe namenmonument. Een monument met de namen van 102.000 Nederlandse Holocaustslachtoffers die geen graf gekregen hebben. Een oude man stond samen met zijn vrouw te kijken naar een naam wat hoger op de muur. Hij probeerde leunend op zijn rollator, een foto te maken van een steen, maar kon er niet goed bij. Ik bood hem aan om de foto voor hem te maken en vroeg hem of het wellicht om een familielid ging. Hij antwoordde bevestigend en vertelde mij dat al zijn familieleden een steen in het namenmonument hebben. Alleen hij had de Holocaust overleefd! Aangrijpend, zijn hele familie weg en hij als door een wonder gered. Als enige!
Ik lees mijn krant, een paar dagen voor de jaarlijkse Holocaustherdenking. Een Amerikaans onderzoek stelt vast dat 23 procent van de jongvolwassenen in Nederland vindt dat de Holocaust een verzinsel is. Meer dan 50 procent van alle Nederlanders noemt Nederland niet als één van de landen waar de Holocaust plaatsvond en meer dan 70 procent van de jongvolwassen weet niet van het bestaan van het doorgangskamp Westerbork. Hoe kan dit vraag ik me af? En welke gevolgen heeft dit gelet op het antisemitisme dat juist in onze tijd de kop opsteekt?
Hoe kunnen wij zo snel vergeten? Is het niet de hoogste tijd om een thema als antisemitisme en de gevolgen daarvan dichtbij onze jongeren te brengen? ‘De zaligheid is uit de Joden’, zo zei de Heere Jezus tegenover een Samaritaanse vrouw en mijn catechisanten kijken verrast op als ik ze erop wijs dat de Heere Jezus als Jood geboren is, want Hij is immers geboren uit een Joodse moeder. Als we Hem liefhebben, zullen we dan Zijn volk niet liefhebben? Gebed voor het Joodse volk is nodig, maar ook meer dan ooit eerlijke educatie en goede voorlichting. Hier ligt een belangrijke opdracht voor opvoeders, leerkrachten en kerkelijk werkers!
Ziet u beide jongens op de foto? Het zijn Louis en Jozef, ze waren nog maar acht en zes jaar oud. Het zijn er twee van de anderhalf miljoen Joodse kinderen die vermoord werden tijdens de Holocaust. Ons gebed mag wel zijn met de laatste regels van Psalm 74 vers 2:
‘Denk aan Uw volk, door U van ouds verkregen;
Denk aan Uw erf, het voorwerp van Uw zegen;
Aan Sions berg waar G’ eertijds hebt gewoond.'
Ds. K.J. Kaptein