In 2014 is er onder kerkbesturen onduidelijkheid en onrust ontstaan naar aanleiding van een uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens. Een evangelische gemeente in Utrecht weigerde zaalruimte te verhuren aan een jongerenorganisatie van het COC omdat homoseksualiteit gevoelig ligt in zijn achterban. Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde dat de evangelische gemeente door deze weigering een verboden onderscheid maakt op grond van seksuele geaardheid.
Naar aanleiding van de uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens is door de Vereniging voor Gereformeerd Onderwijs (VGS) een handreiking voor kerken opgesteld waarin wordt ingegaan op de positie van kerkgenootschappen t.a.v. de Algemene Wet Gelijke Behandeling. Verder worden in de handreiking vier opties toegelicht om problemen bij de verhuur van zaalruimte zoveel mogelijk te voorkomen en risico’s in te schatten.
1. Geen risico
Bij eigen/interkerkelijk gebruik.
2. Waarschijnlijk geen risico
Vooraf geselecteerd kleine groep van gebruikers met dezelfde grondslag. Er is maximaal sprake van een gebruiksvergoeding.
3. Risico te overzien
Verhuren of ter beschikking stellen voor activiteiten die godsdienstig zijn en passen bij de grondslag.
4. Risicovol
Verhuur met als restrictie dat de activiteiten zich verdragen met grondslag van de kerk
Kerkbesturen kunnen op basis van deze richtlijnen, en met inachtneming van de eigen situatie, een inschatting maken van de risico’s die men loopt.
Met toestemming van het VGS wordt deze handreiking ook beschikbaar gesteld aan Hersteld Hervormde Gemeenten.
Neem ook kennis van de informatie op de website van het Vereniging Steunpunt Kerkenwerk (SKW):
http://www.steunpuntkerkenwerk.nl/wp-content/uploads/2016/01/Kerkgebouw-verhuren-of-niet.pdf