Ethiek
In het geheel van het studieprogramma komt het vak ethiek drie keer aan de orde: eenmaal in het bachelorprogramma en tweemaal in het masterprogramma.
Het eerste onderdeel is de ‘Inleiding in de ethiek’ in jaar 2. Doel van het college is het verwerven van inzicht in het eigene van de wetenschappelijke morele be¬zinning en het uitgangspunt van de christelijke ethiek. De volgende onderwerpen komen daarbij o.a. aan de orde: moraal en ethiek; ethiek als wetenschap; onder¬schei¬dingen en indelingen; het eigene van de christelijke ethiek; verhouding dogmatiek en ethiek; het gebruik van de Heilige Schrift; de wet van God als norm; toepassing van deze wet; het liefdegebod; casuïstiek; het geweten; adiafora; botsing van plichten en het compromis.
In het vijfde studiejaar is er weer een blok Ethiek. Het doel van dit blok is dat de student zijn inzicht verdiept in de betekenis van de wet in het OT en NT, zich verdiept in de uitleg van de Tien Geboden en de hantering ervan in het NT. Aan de orde komen de functies van de wet, afzonderlijke geboden, weder¬geboorte, bekering, het leven van een christen, de zelfverloochening, het kruisdragen, het huidige en het toekomende leven, de christelijke vrijheid, de heiliging en diverse geboden. Hierbij worden o.a. diverse capita uit de Institutie van Johannes Calvijn bestudeerd. Het is de bedoeling dat van de 6 ECT’s er drie worden besteed bij het Lindeboominstituut voor medische Ethiek, zodra er een opvolger is voor prof. dr. H. Jochemse.
De laatste reeks colleges ethiek staat geprogrammeerd voor het laatste jaar onder de titel ‘Praktische ethiek’. Deze toerusting behelst de doordenking en toepassing van de tien geboden teneinde: (1) praktisch ethische lijnen te kunnen trekken in de prediking, (2) leiding en richting te kunnen geven aan het gesprek bij concrete vragen van jongeren op cate¬chisatie en (3) leiding en richting te kunnen geven bij concrete vragen en problemen in de gemeente (waarbij de predikant benaderd kan worden over zowel problemen bij erfopvolging in een zaak, als ook incest, echtscheiding, et cetera). De student wordt geacht de vaardigheid te verwerven om te onderkennen waar de christelijke vrijheid in het geding is en waar het noodzakelijk en heilzaam is adequaat antwoord te geven vanuit de Schrift.
Docent: drs. R. van Kooten