Pastoraat
Het onderdeel pastoraat komt op drie plaatsen in het studieprogramma aan de orde: in het tweede jaar van de bachelorfase en tweemaal in het laatste jaar van de masterfase.
In het bachelorprogramma is het onderdeel ‘Inleiding pastoraat’ opgenomen. Doel van dit inleidingscollege is dat de student enerzijds inzicht krijgt in de fundamentele vragen aangaande de definitie van pastoraat en de verscheidene functies van het pastoraat en anderzijds leert te reflecteren op de positie van de pastor in het pastoraat. Ook bij dit onderdeel hoort een kleine stage. De bedoeling van de stage is dat de student een pastor in diens pastorale arbeid observeert. Daarbij gaat het voornamelijk om de identiteit van de pastor, de pastorale relatie en de wijze waarop de pastorant daarin participeert.
In het laatste studiejaar komen twee collegereeksen pastoraat voor. In het eerste collegeblok, ‘Pastoraat 1’, komen de volgende thema’s aan de orde: pastoraat in gereformeerde zin, pastorale habitus, pastoraal bezoek, andere pastorale werkvormen, categoriale zielzorg, functies van het pastoraat, pastoraat aan zieken, pastoraat bij het sterven en in het rouwproces, crisispastoraat. Doel van dit college is dat de student: (1) inzicht krijgt in het specifieke karakter van de pastorale zorg te midden van allerlei vormen van hulpverlening, alsmede in de eigen aard van gereformeerd pastoraat; (2) zich vertrouwd maakt met de pastorale werkvormen (m.n. het pastorale gesprek); (3) zich oriënteert op terreinen van bijzonder pastoraat en (4) enig psychologisch inzicht verwerft in pastorale problemen met een sterk psychologische component.
Het college ‘Pastoraat 2’, dat alleen kan worden gevolgd als het voorgaande met een voldoende tentamenresultaat is afgerond, is een werkcollege. Er wordt van de deelnemers verwacht dat zij van twee pastorale gesprekken in het kader van de grote stage (vicariaat) een verbatim maken. Onder een verbatim wordt een zo letterlijk mogelijk verslag verstaan, geschreven uit de herinnering van de pastor. Tijdens het college wordt van elk van de deelnemers tenminste één verbatim geanalyseerd. Doel van dit werkcollege is dan ook dat de student (1) zich de fundamentele inzichten en vaardigheden eigen maakt die nodig zijn voor pastorale gespreksvoering, (2) praktische vaardigheden verwerft inzake het omgaan met uiteenlopende pastorale situaties en (3) zich oefent in verbatimanalyse.
Docent: drs. P.C. Hoek