Het belang van de exegese voor de prediking
Een veel gehoorde definitie van de prediking is ‘uitleg en toepassing van het Woord van God’. De prediking is niet de verkondiging van een mening van dominee A of B, maar de verkondiging van het Woord van God. Prediking is “Alzo spreekt de HEERE”. Eigenlijk is een prediker dus niet veel meer dan een ‘boodschappenjongen’, die de boodschap van zijn Meester overbrengt aan degenen naar wie de Meester hem zendt.
“Is het zo eenvoudig”, denkt u misschien? Ja. Een prediker heeft alléén maar de boodschap van de Bijbel over te brengen, in het bijzonder de boodschap van de tekst die hij gekozen heeft. En toch is dat nu juist hetgeen voor de prediker niet zo eenvoudig is. Want wat betekent die tekst nu eigenlijk die ik hoop te bepreken? Wat betekende die tekst voor de eerste hoorders? Wat betekende die tekst voor de eerste lezers? Wat betekent die tekst voor mij als prediker? En voor de gemeente? Deze vragen hebben allemaal te maken met exegese: Wat is de boodschap van de tekst? Wat wil de Heere hier in Zijn Woord zeggen?
In mijn scriptie over de prediking bij de christelijke gereformeerde prof. W. Kremer (1896-1985) heb ik mij hierin verdiept. Kremer spreekt van een homiletische exegese, dat is de uitleg van Gods waarheid voor mensen die onder de bediening van het Woord verkeren. Volgens Kremer is een goede uitleg van het bijbelgedeelte noodzakelijk om geestelijk leiding te kunnen geven. De exegese is het fundament van de preek. De preek komt als het ware op uit het tekstgedeelte. In de preek moet verkondigd worden wat de tekst verkondigt op de manier waarop de tekst het verkondigt.[1] De Heilige Geest heeft met het bijbelgedeelte een boodschap en een doel voor ogen. Niet alleen wat het Woord zegt, maar ook wat het Woord wil doen in de gemeente moet vertolkt worden in de preek.[2]
Als we zo over de exegese, de uitleg van de Bijbel denken, dan is gelijk duidelijk dat het belang voor de exegese voor de prediking niet snel onderschat kan worden. Voordat er een toepassing gemaakt kan worden, moet de prediker eerst heel nauwkeurig naar de tekst luisteren. En als je zo naar de tekst luistert, dan komt de toepassing er heel natuurlijk uit op. Dan is het bijna zo dat je als luisteraar tijdens de preek de toepassing zelf al kunt maken.
Aan de andere kant is het zo dat wanneer ik als prediker niet weet wat de tekst zegt, ik er ook niet over kan en mag preken. Of het kan zijn – en dat komt misschien wel vaker voor – dat ik denk te weten wat de tekst zegt, maar het eigenlijk nog niet begrijp. Voor de dienaar van het Woord is de exegese dus enorm belangrijk. Hij moet net zo lang werken totdat hij weet wat het tekstgedeelte betekent. Het is immers de boodschap van de Heere die hij moet brengen! Voordat de prediker de kansel beklimt, moet hij voor Gods aangezicht hebben uitgemaakt wat de juiste exegese is. Hoe kan hij anders voor de gemeente het Woord van God openen?[3] Eigenlijk betekent dit dat de prediker dus in de eerste plaats exegeet moet zijn. Als exegeet luistert hij naar de tekst, als prediker spreekt hij en geeft hij het door. Hij moet als exegeet een scherpe luisterhouding hebben in het besef dat hij niet zomaar een woord bedient, maar het Woord van God dat spreekt tot de gemeente. Dit maakt de prediker nederig. Hij stelt zich evenals de gemeente onder het Woord. Wat hij de gemeente voorhoudt, is eerst door hemzelf heengegaan.
Deze manier van preken, wat naar mijn overtuiging prediking is die het meest recht doet aan Gods Woord, wordt ook wel ‘uitleggende prediking’ genoemd. Het is vooral bekend onder de Engelse naam ‘expository preaching’. John MacArthur[4] en Steven Lawson[5] zijn hedendaagse gereformeerde predikers die in Amerika bekend staan om deze schriftuurlijke manier van prediking. Een andere, onder ons meer bekende naam is die van dr. Martyn Lloyd Jones (1899-1981).[6] Ook hij was een expository preacher en zijn preken worden nog steeds veelvuldig gelezen. Wie zijn commentaar op bijvoorbeeld de Romeinenbrief leest – dat een uitwerking is van zijn preken over die brief – ziet dat hij nauwlettend de tekst volgt en woord voor woord uitlegt en de lijnen naar het leven van de gemeente legt.
Het is een zegen voor zowel de prediker als de gemeente als er zo gepreekt wordt. De prediker heeft altijd voldoende stof voor de prediking. De gemeente krijgt altijd voldoende gevarieerd geestelijk voedsel aangereikt.
Kand. D.H.J. (Daniël) Folkers
[1] Vgl. W. Kremer, Priesterlijke prediking (Amsterdam: Ton Bolland 1976), pag. 21
[2] Joh. de Groot, Exegese en preek (Wageningen: Veenman 1941), pag. 11
[3] Vgl. T. Hoekstra, Gereformeerde Homiletiek (Wageningen: Gebr. Zomer & Keuning 1926), pag. 285
[4] Meer info: www.gty.org
[5] Meer info: www.onepassionministries.org
[6] Meer info: www.mljtrust.org