Pseudo-ondernemerschap
Standaard wordt een predikant door de Belastingdienst beschouwd als een pseudo-ondernemer. Een predikant is niet in loondienst, en regelt zijn fiscale zaken zelf. De predikant valt onder de Wet op de Inkomstenbelasting.
Een predikant ontvangt het inkomen bruto. Hierover dient nog inkomstenbelasting, premie volksverzekeringen en de Zorgverzekeringswet premie afgedragen te worden.
Voor een beginnend predikant is het verstandig om zo spoedig mogelijk een voorlopige aanslag aan te vragen. Dat voorkomt een (misschien niet verwachte) hoge aanslag over een heel jaar in één keer. Via de website van de Belastingdienst is een programma te downloaden waarmee een voorlopige aanslag aangevraagd kan worden.
Zolang er van de Belastingdienst nog geen voorlopige aanslag is ontvangen, is het verstanding om voldoende financiële middelen te reserveren om de komende belastingaanslag te kunnen betalen. De voorlopige aanslag is gebaseerd op de gegevens die de predikant zelf heeft ingevuld en mag in maandtermijnen betaald worden.
Administratie
De predikant dient een administratie van alle inkomsten en uitgaven bij te houden.
Inkomsten zijn o.a.: het basistraktement, de periodieke verhoging, vergoeding gemis ambts-woning, de vakantietoeslag, de eindejaarsuitkering, de preekbeurt- en consulentvergoedingen ,de jubileumgratificatie, etc. maar ook alle ontvangen onkostenvergoedingen. Deze inkomsten en vergoedingen vallen onder het zogenaamde beperkte winstbegrip (Resultaat uit Overige Werkzaamheid) en zijn belastbaar in box 1.
De kosten die gemaakt zijn om deze (arbeids)inkomsten te verwerven zijn onder voorwaarden, en soms gedeeltelijk, aftrekbaar. Vereist is dat de kosten aantoonbaar samenhangen met de uitoefening van het ambt en met bewijsstukken gestaafd kunnen worden. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan: representatiekosten, bezoekkosten, administratiekosten, kantoorkosten, studie-kosten en kosten voor literatuur. En ook de reiskosten die verband houden met het predikant-schap binnen en buiten de gemeente. Denk ook aan het bijhouden van de persoonlijke aftrek-posten zoals bijvoorbeeld de giften. Daarnaast wordt een balans opgesteld voor de zaken, die in de vorm van afschrijving in de resultatenrekening voorkomen, zoals de afschrijving van een computer en de kantoorinrichting. Vervolgens wordt van alle inkomsten en uitgaven een resultatenrekening opgesteld. De fiscale bewaarplicht van de bewijsstukken bedraagt 7 jaar.
De pastorie
De predikant, die een pastorie bewoont, zal ook de waarde van het genot van vrij wonen (woningforfait) bij de inkomsten uit overig werk moeten opgeven. Het woningforfait is een percentage van de WOZ-waarde van de pastorie. WOZ staat voor Wet waardering onroerende zaken. De WOZ-waarde is terug te vinden op de beschikking die de kerkvoogdij van de burgerlijke gemeente heeft ontvangen. Afhankelijk van de situatie kan een werk- studeerkamer in de pastorie weer tot een aftrekpost leiden. Op de website van de Belastingdienst is de volledige informatie over dit onderwerp terug te vinden. Ook de tabel voor de waardebepaling van de bijtelling is hier te vinden (zoekterm: woningforfait).
Adviseur
Het voert te ver om in deze notitie de diverse inkomsten- en aftrekposten apart te bespreken. Desalniettemin hopen we dat deze toelichting van nut is voor een goede aanpak en afwikkeling van uw belastingzaken. Bij twijfel is het altijd verstandig om navraag te doen bij de Belastingdienst of om een belastingadviseur te raadplegen. Overigens beschikken niet alle belastingadviseurs over voldoende kennis van alle fiscale aspecten met betrekking tot het predikantschap. Het is daarom goed om bij het zoeken naar een adviseur vooraf referenties in te winnen. Desgewenst zijn referenties ook via het Kerkelijk Bureau in te winnen.